Konijn gebraden in boter met rozemarijn en rode kool

Kookinstructies

We snijden het konijn in stukken, wassen het en drogen het af.

We plukken de rozemarijn, schillen de knoflook en persen deze. We zouten de konijnstukken en mengen er de knoflook en naalden van rozemarijn door. De gezoete stukken druppelen we in met olie en bewaren we in een afsluitbare container in de koelkast, bij voorkeur tot de volgende dag.

In een braadpan doen we boter, in plakken of reepjes gesneden spek, ui in halve ringen of ringen en de stukjes konijn. Vervolgens dekken we af met een deksel en zetten we in de voorverwarmde oven op 200 °C.

Na ongeveer een halfuur voegen we een beetje heet water toe en dekken we opnieuw af. We braden het vlees tot het zacht is, zo'n 2 uur; in de laatste 20 minuten halen we het deksel eraf, zodat het vlees een mooie kleur krijgt. De saus mag niet te waterig zijn. Als dat wel zo is, laten we het op het fornuis inkoken.

We snijden de kool in dunne reepjes, handmatig of met een robot.

In een pan doen we het gesneden spek en laten het uitbakken tot het geurig is. Dan voegen we de gesneden ui toe en laten deze bruin worden. We mengen de fijn gesneden kool erdoor, voegen ongeveer 200 ml water toe, zouten, suikeren, azijn toevoegen en stoven tot het zacht is.

Aan het einde van het stoven mengen we fijn geraspte aardappel erdoor en laten we het mengsel kort koken op een laag vuur. Indien nodig voegen we extra zout toe. Verder voegen we suiker en azijn naar smaak toe. De kool moet eerder zoeter zijn.

Serveer met welke knoedel dan ook.