Kersen saus

Kookinstructies

Rundvlees, of het nu van de voor- of achterkant komt, wordt gezouten en snel gebakken in een mengsel van gesmolten boter en olie. Vervolgens voegen we water toe, zouten we opnieuw en laten we het sudderen totdat het vlees mals is. Zodra het vlees zacht is, halen we het op een bord en maken we de saus verder af.

De smaak van de saus hangt af van de persoonlijke voorkeuren van de kok en ook van hoe zoet en rijp de kersen zijn.

Tijdens het sudderen van het vlees kunnen we de saus verrijken met witte wijn, waarvan de hoeveelheid ongeveer 2 deciliter is.

Aan de bouillon voegen we de kersen toe en als ze rijp, zoet en geurend zijn, hoeven we ze slechts kort te koken, waarna we room gemengd met fijne bloem voor het indikken van de saus erbij doen. Laat alles even doorkoken en we zijn klaar. Als we een kruidige saus prefereren, voegen we aan de kersen ook een beetje kaneel, 3-4 kruidnagels en een stuk vers geraspte citroenschil toe. Als de kersen te zoet zijn, kunnen we na het toevoegen van de room ook een beetje citroensap in de saus verwerken.

Het vlees dat we opzij hebben gelegd, snijden we in plakken en doen we in de saus om op te warmen.

Serveer met gist- of broodknödel.