Ovenschotel met boerenkool
Een stevige en winterse ovenschotel met boerenkool, rookworst en Boursin. Met puree van aardappels en melk. Garneer met plakjes rookworst en margarine om het af te maken. Een warm gerecht voor op een koude dag.
45 min bereiden
hoofdgerecht
4 personen
voedingswaarde onbekend
Bereidingswijze
Zet in 7 stappen deze heerlijke Ovenschotel met boerenkool op tafel.
- Schil de aardappels en snijd ze in stukken. Kook de aardappels in 12 minuten gaar.
- Kook de boerenkool 10 minuten in een aparte pan.
- Verwarm de oven voor op 220 °C. Verwarm de rookworst volgens de gebruiksaanwijzing.
- Giet de aardappels af en pureer ze. Verwarm de melk en voeg deze toe aan de aardappelpuree. Roer de Boursin door de boerenkool. Snijd de rookworst in plakjes.
- Vorm laagjes in een ovenschaal met de helft van de boerenkool, plakjes rookworst en aardappelpuree. Herhaal deze laagjes. Houd enkele plakjes rookworst apart.
- Verdeel de margarine in stukjes over de puree en laat de schotel in het midden van de oven in ongeveer 15 minuten bruin kleuren.
- Garneer de boerenkoolschotel met de rest van de rookworst.
