- 50 g Gedroogde garnalen
Bereidingswijze
Zet in 6 stappen deze heerlijke Surinaamse nasi op tafel.
- Hak de ui en knoflook fijn. Hak de blaadjes selderij fijn en bewaar voor later. Kook de snijbonen beetgaar en laat staan voor straks. Week de gedroogde garnalen.
- Verwarm wat zonnebloemolie in een wok en bak hierin het ui/knoflookmengsel zachtjes. Voeg na circa 2 minuten de zwarte peper, pimentpoeder, stukjes gember, 2 maggiblokjes en de trassie toe. Voeg een klein scheutje water toe zodat het niet aanbakt, maar een papje wordt. Bak dit nog even een paar minuten door.
- Voeg daarna de garnalen toe. Bak dit wederom een minuutje of 2 mee. Als laatste gaan de doperwten samen met de snijbonen erin, ongeveer 3 minuutjes.
- Zet het vuur wat zachter en voeg de helft van de rijst toe. Doe hier 4 eetlepels zoute ketjap en 2 eetlepels zoete ketjap bij. Ga nu heel goed roeren met 2 pollepels. Iedere korrel rijst moet een bruin laagje krijgen, neem hier de tijd voor.
- Voeg daarna de andere helft toe met nog 3 eetlepels zoute ketjap en 1 eetlepel zoete ketjap. Wederom heel goed roeren totdat alle rijstkorrels mooi bruin zijn.
- Roer als laatste de stukjes selderij erdoor.