Bereidingswijze
Zet in 7 stappen deze heerlijke Brabantse worstenbroodjes van rudolph op tafel.
- Maak een hoop van de bloem op de werktafel en vorm er een kuil in. Bestrooi de bloem met het zout.
- Verwarm de melk tot deze handwarm is. Giet de melk in de kuil. Voeg de boter en suiker toe. Voeg de gist toe en meng met je vingers de gist door de melk tot een papje.
- Meng steeds een beetje bloem bij de natte massa totdat het een kneedbaar en egaal deeg is. Het is belangrijk dat het deeg minimaal 5 minuten goed doorgekneed wordt. Verdeel het deeg in stukjes van 30 gram. Maak kleine balletjes en laat deze afgedekt onder een laag plastic folie circa 10 minuten rusten.
- Meng het gehakt met het ei en een fijngeknepen beschuit. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaatpoeder. Verdeel het gehakt in porties van 30 gram. Rol de porties tot een worst.
- Rol de geruste bolletjes deeg ovaal uit. Klop het ei los en bestrijk de zijkanten van de deegplak. Leg in het midden de gehaktworst. Vouw de korte kantjes van het deeg over de worst, vouw vervolgens de lange zijdes over elkaar heen. Druk de naden goed aan en leg de worstenbroodjes met de naad naar onder op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Laat nu 45 minuten rijzen onder een laag plasticfolie.
- Verwarm de oven voor op 200 ºC. Bestrijk de worstenbroodjes met het losgeklopte ei en bak in 30 minuten goudbruin af.