Deze monchoutaart blijft onze vaste 1e keus
Deze romige en smaakvolle monchoutaart met een bodem van gemalen koekjes is een gegarandeerd succes! Maak 'm een dag van tevoren, dan is hij het lekkerst. Bedek de taartpunten vlak voor het opdienen met een heerlijke vulling van jouw keuze.
45 min bereiden
dessert
8 personen
voedingswaarde onbekend
- 560 g Hak taart & vlaaifruit kersen
Bereidingswijze
Zet in 6 stappen deze heerlijke Deze monchoutaart blijft onze vaste 1e keus op tafel.
- Maak de taart altijd een dag van tevoren. Leg de pakjes Monchou op tijd uit de koelkast, zodat het op kamertemperatuur is.
- Maal de biscuitjes fijn in de keukenmachine of doe ze in een diepvrieszakje en druk ze fijn met een deegroller. Smelt de boter in een pannetje op laag vuur en roer de gemalen koekjes er goed doorheen met een houten lepel. Druk de bodem daarna goed in de springvorm, goed aandrukken met je vingers en daarna nog met de bolle kant van een eetlepel gelijkmatig plat drukken, zodat het overal zo'n beetje dezelfde dikte krijgt en zet de vorm dan in de koelkast.
- Klop met de mixer de Monchou met de suiker en vanillesuiker glad, in +/- 2 minuten. Leg de gelatineblaadjes in een ruime kom met ruim koud water (leg ze velletje voor velletje in de kom) en laat ze er 10 minuten weken. Intussen klop je in een andere, kleinere kom, de slagroom goed stijf.
- Haal de gelatineblaadjes uit de kom en knijp ze goed uit met je handen. Doe in een kommetje 3 eetlepels warm water en roer daar de blaadjes gelatine, blaadje voor blaadje, goed doorheen, totdat ze helemaal opgelost zijn. Schep vervolgens de gelatine met een spatel goed door het Monchoumengsel. Het moet goed door en door geroerd zijn. Als laatste spatel je de slagroom voorzichtig, maar goed door het Monchoumengsel.
- Verdeel het Monchoumengsel over de afgekoelde bodem in de springvorm en verdeel het mengsel gelijkmatig over de koekjesbodem. Zet daarna de springvorm tot de volgende dag onderin de koelkast (niet afdekken).
- Vlak voordat je de taart gaat eten, maak je de bodem los. Eerst de rand met een scherp mes losmaken en dan voorzichtig de bodem met een dunne taartschep losmaken. Snijd mooie stukken, het liefst met een pizzasnijder. Bedek de punten van de taart met de vlaaivulling. Ik doe dit met een theelepeltje, zodat je het perfect erop kunt doen. Smeer niet de hele taart in 1 keer volsmeren met de vlaaivulling. Op deze manier zien de punten er veel mooier uit en je hebt zelfs maar een half blikje van de vlaaivulling nodig. Dus nog genoeg over voor een evt. 2e taart.
