Bullar met citroen dille en viskuit

Zet in 7 stappen deze heerlijke Bullar met citroen dille en viskuit op tafel.

1. Meng de melk, de suiker, het zout, de boter, 1 ei en de gist in de kom van een mixer met een deeghaak. Voeg het deeg in 2 porties toe en meng goed. Kneed 10 minuten tot je een mooi deeg hebt. Voeg eventueel nog wat bloem toe.
2. Vorm een bal van het deeg zodra het mooi elastisch is. Leg de deegbal in een kom en dek af met een vochtige theedoek. Laat het deeg op een redelijk warme plek 1 uur rijzen, of tot het in volume is verdubbeld.
3. Bestuif het werkblad licht met bloem. Maak 2 ballen van het deeg (ik vind het gemakkelijker om met 2 porties te werken, je kunt ook een helft van het deeg voor een andere keer bewaren). Rol het deeg uit tot een rechthoek van ongeveer 40 x 35 cm en 5 mm dik.
4. Smeer de helft van de roomkaas uit over het deeg, bestrooi met de helft van de dille, de citroenrasp en de kuit. Vouw in de lengte in drieën, door eerst eenderde deel van het deeg naar het midden te vouwen en dan het andere deel tot aan de onderste deegrand eroverheen te vouwen.
5. Snijd met een pizzasnijder of mes het deeg in repen van ongeveer 3 cm breed en snijd elke reep in het midden in, tot 2 cm van boven (alsof je een broek maakt). Draai elke 'broekspijp' een keer om zijn as, draai ze dan om elkaar heen en vorm al draaiend een bolletje (zie ook de foto's op bladzijde 226). Vouw de uiteindes onder het broodje. Leg de bolletjes op een met bakpapier beklede bakplaat.
6. Maak de rest van de bolletjes, bestrijk ze met het losgeklopte ei en laat ze 30 minuten rijzen. Bestrijk nog een keer met ei voor je ze gaat bakken.
7. Verwarm de oven voor op 200 °C (heteluchtoven) en bak 15 tot 20 minuten, tot ze goudbruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster. Ze zijn het lekkerst als je ze een beetje warm eet, en op de dag van bakken.